ADAS betekent Advanced Driver Assistance Systems. Hierbij gaat het om moderne en ondersteunende systemen die de veiligheid tijdens het rijden verhogen. Denk aan adaptive cruise control, parkeerhulp, dodehoekverklikker of een rijstrookassistent met feedback aan de bestuurder via een trillend stuurwiel en automatische stuurcorrecties.
Door het gebruik van ADAS tijdens de rijlessen kan de leerling beter voorbereid worden op het gebruik van deze systemen. De kans is namelijk groot dat de leerling na het behalen van het rijbewijs in de praktijk in aanraking komt met dergelijke systemen.
In de Mazda CX5 van Maikel Epping Rijopleidingen zitten o.a. de volgende ondersteunende systemen:
Break Support met voetgangersherkenning
Als er een aanrijding dreigt, remt de auto automatisch (hard) af om een aanrijding te voorkomen.
Blind Spot Monitoring – dodehoekdetectiesysteem
Als er zich een weggebruiker in de dode hoek bevindt, wordt je gewaarschuwd d.m.v. een oplichtend symbool in de buitenspiegel.
Rear Cross Traffice Alert
Signalering bij kruisend verkeer tijdens achteruitrijden.
Verkeersbordenherkenning
Dit systeem herkent o.a. inhaalverboden, snelheidslimieten en stopborden en worden geprojecteerd op het dashboard.
Lane Keep Assist (LKA)
Rijstrookassistent met feedback aan bestuurder via trillend stuurwiel en automatische stuurcorrectie. Als je onbedoeld uit je rijstrook dreigt te raken, wordt er een waarschuwing gegeven d.m.v. een trilling in het stuur en zal de auto zelfstandig een stuurcorrectie uitvoeren.
Adaptive Cruise Control (ACC)
Een systeem dat de snelheid en volgafstand met andere voertuigen automatisch regelt. Als je te dicht op een voorganger dreigt te raken, zal de auto automatisch snelheid minderen. Als er weer voldoende ruimte is, zal de snelheid zich weer aanpassen naar de vooraf ingestelde snelheid.
Parkeersensoren met omgevingscamera
Parkeersensoren signaleren obstakels tijdens in- en uitparkeren en signaleert te dicht naderen van een object. De omgevingscamera is een 360 graden camera, combinatie van vooruit en achteruit.
(Benamingen van rijhulpsystemen kunnen verschillen tussen type en merk auto).
ADAS moet het rijden veiliger maken, maar kan het rijden ook negatief beïnvloeden. Denk aan bestuurders die minder goed gaan opletten, omdat ze vertrouwen op het systeem of de wijze waarop een bestuurder reageert op een vals alarm.
Het blijft dus van groot belang dat leerlingen zelf actie ondernemen en juist anticiperen op dergelijke systemen!
- De bestuurder is altijd zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de rijtaak, dus niet de auto of de rijhulpsystemen.
- Ondanks dat rijhulpsystemen dezelfde functionalaiteit hebben, kan de uitvoering of manier van bedienen tussen auto's (type en merk) verschillen.
- Weg-, weers- en verkeersomstandigheden kunnen van invloed zijn op de werking van de rijhulpsystemen.
- Bij het gebruik van rijhulpsystemen blijft de bestuurder voortdurend zelf de situatie waarnemen.
- Kies bewust of je jezelf laat ondersteunen door rijhulpsystemen en schakel rijhulpsystemen in of uit als de situatie of het rijhulpsysteem dat vereist. Denk aan weg, verkeer, weer en bestuurder.
- Vuil op sensoren en camera's kan er voor zorgen dat rijhulpsystemen niet werken. Dit zal met een melding getoond worden in het display.
- Onderken het risico van negatieve gedragsaanpassing van jezelf als gevolg van het rijhulpsysteem. Bijvoorbeeld een kortere volgafstand omdat in noodsituaties de auto toch wel afremt.
Enkele voorbeelden van aandachtspunten van ADAS:
- Ondanks een dodehoekdetectiesysteem zal de leerling altijd goed moeten blijven kijken. Motorrijders worden bijvoorbeeld niet in alle gevallen opgemerkt door een dodehoekdetectiesysteem!
- Adaptive Cruise Control zorgt ervoor dat de snelheid en volgafstand met andere voertuigen geregeld wordt. Bij een rijstrookwisseling zal de snelheid weer automatisch toenemen tot de vooraf ingestelde snelheid. De leerling zal in dit geval alert moeten zijn op de nieuwe situatie. Ook kijkt het systeem maar beperkt vooruit, alleen de voorligger wordt gezien en de overige auto’s worden niet gedetecteerd.
- Op wegen met een (fiets)suggestiestrook kan het Lane Assist Systeem de auto onbedoeld naar het midden van de weg corrigeren.
- De leerling dient zelf in staat te zijn de automatische verlichting en automatische ruitenwissers in te schakelen als de situatie daar om vraagt.
